maandag 15 november 2010

Broodnodige innovatie

Brood 2.0
De markt heeft een beetje een stoffig, oudbollig imago. Of, zoals Food Holland het formuleert: "de wereld van de ambulante handel wordt gekenmerkt door vaste patronen, routines en traditie." Een welkome nieuwe gast tussen de standaard marktkramen is dan ook Le Perron, een marktconcept van de Market Food Group, waaronder ook Bakkerij 't Stoepje valt. Le Perron zou je het La Place van de warenmarkt kunnen noemen. Biologische broden, allemaal vers en authentiek. Maar dan niet van boer Dries uit de Achterhoek, maar slim opgezet door een grote organisatie met veel inkoopkracht en een mooie, strakke marketingcampagne. Als je alleen al de website bezoekt loopt het water je in de mond. Dat is pas werkelijk innovatie: als je authenticiteit en duurzaamheid als een marketingconcept massaal kunt verkopen. De komende tijd zal uitwijzen of Le Perron inderdaad de oudbollige Nederlandse markten weet op te fleuren.

woensdag 3 november 2010

Stad met een centraal brein

Utopia
In Portugal verschijnt een zogenaamde 'eco city', die geheel zelfvoorzienend moet worden op het gebied van water en energie. Er wordt een 'centraal brein' aangelegd dat al het verkeer van energie en water regelt. Is er in een deel van de stad een tekort aan water, dan zorgt het brein ervoor dat water, stroom of warmte uit een ander deel daar naartoe gaat. Dit alles is mogelijk door het hele systeem met ontelbare sensoren uit te rusten.

Klinkt utopisch! Het systeem maakt ongetwijfeld een eind aan illegale wietteelt, want zo'n systeem met al die sensoren kun je niet voor de gek houden. Als het brein ziet dat er bij een huishouden overmatig veel stroom wordt verbruikt, dan ben je dus de pineut. Lekker uitgebreid badderen en douchen zit er dan ook niet meer in. Dat is dan wel weer jammer.

donderdag 21 oktober 2010

Algen kunnen alles

Algen zijn het nieuwe wondermiddel
"Ik ben nergens goed voor", zong De Dijk ooit. Dat kun je van algen in ieder geval niet zeggen. Deze organismen lijken werkelijk voor elk milieuprobleem op aarde een oplossing te hebben. Ze halen CO2 uit de lucht, ze kunnen omgezet worden tot een biobrandstof, ze kunnen stoffen produceren voor voedingssuplementen en diervoer. En nu blijkt dat je er ook kleding van kunt maken. Althans, dat gaan ze in China proberen, waar rivieren te kampen hebben met overmatige algengroei als gevolg van de industriële ontwikkeling. Algen zijn namelijk heel goed in fotosynthese, waarmee ze licht gebruiken om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten. En daar kan je blijkbaar meer mee dan alleen je eetlust remmen.

donderdag 14 oktober 2010

Zonder helofytenfilter tel je niet mee

Is een groen gebouw ook een prettig gebouw?
Het ene na het andere bedrijf roept dat 'ie het meest duurzame bedrijfsgebouw van Nederland heeft. Termen als warmte- en koudeopslag, zonnepanelen, sedumdak, helofytenfilter en betonkernactivering vliegen je om de oren. En uiteraard CO2-reductie. Zelfs CO2-positief kwam ik tegen. Ook zijn er verschillende instrumenten op de markt waarmee duurzaamheid gemeten kan worden. Zoals GPR Gebouw, Milieu Index Gebouw, BREEAM, en GreenCalc. Zo'n instrument geeft dan een score aan van de mate van duurzaamheid.

VARA's Vroege Vogels en het tijdschrift De Ingenieur zagen door de bomen het bos niet meer, en vonden het tijd voor een competitie: wat is nou écht het duurzaamste gebouw van Nederland? Bedrijven moeten daarvoor de methode GPR Gebouw invullen én een deskundige jury buigt zich over de genomineerden.

Kijkend naar de inzendingen valt op dat veel gebouwen inderdaad over veel van de bovengenoemde eigenschappen beschikken. Is een gebouw dan duurzaam door simpelweg een lijstje met eigenschappen af te vinken? En win je dan als je zoveel mogelijk vinkjes hebt? Natuurlijk is dat een geweldig streven, en is het ook zeker aan te raden boven het omvormen van landbouwlocaties tot splinternieuwe bedrijventerreinen die na 20 jaar alweer verouderd zijn. Maar toch mis ik wat fantasie. Maarja, dat valt nu eenmaal niet met een duurzaamheidsindex te meten. Ik kijk al uit naar een tijd waarin al die duurzaamheidsfoefjes gemeengoed zijn geworden, en bedrijfspanden zich onderscheiden in uiterlijk of gewoon in het plezier wat je er kunt beleven.

donderdag 7 oktober 2010

Campus als sterfhuisconstructie

Waar vestig ik mijn bedrijf?
Geografen, een groep waar ik ook toe behoor, roepen graag: "locatie doet er toe!". Hoewel zij ook weten dat het tegenovergestelde fenomeen, "the death of distance" even waar is.
Hoe dan ook werd ik toch blij door te lezen dat de sluiting van de onderzoeksafdelingen van MSD en Abbott wel eens met geografie te maken zouden kunnen hebben. Dat beweert althans Peter Prud'homme in het FD. Het feit dat beide onderzoeksafdelingen op "toevallige locaties" zaten, en dus niet nabij centra op het gebied van life sciences, heeft bijgedragen aan hun ondergang. Beide bedrijven zijn namelijk historisch op die locatie gestart: MSD in Oss en Abbott in Weesp.

Organon (later MSD) is in Oss ooit voortgekomen uit Zwanenburg Slachterij en Solvay (later Abbott) kwam voort uit een chocoladefabriek. Een slachterij in Oss, dat klinkt logisch. De Ossche worst zal er zeker mee te maken hebben. En Weesp, da's toch niet ver van Amsterdam, waar cacao grootschalig per schip werd aangevoerd? Beide klinken dus als logische locaties voor respectievelijk een slachterij en een chocoladefabriek. Maar voor een life sciences bedrijf?

Ooit (schrijft zij weemoedig) schreef ik een scriptie over de Rotterdamse haven getiteld "Logische logistieke locatie?" waarmee ik aantoonde dat logistieke dienstverleners niet vanzelfsprekend in de Rotterdamse haven gevestigd zijn. Bedrijven zijn steeds meer 'footloose' en vestigen zich gewoon daar waar de kosten het laagst zijn. Voor kennisintensieve bedrijven gaat die vlieger echter niet op. Niet kosten, maar een uitstekend innovatieklimaat bepaalt waar deze bedrijven zich vestigen. En dat is nu eenmaal niet tussen de Ossche worsten en de chocoladerepen. Het kunstmatig ontwikkelen van een campus op die plekken noemt Prud'homme dan ook een sterfhuisconstructie. 1-0 voor de geografie!

maandag 4 oktober 2010

Aardappels, groente... kever?

Kies je favoriete snack
"They are highly nutritious, and full of proteine", roept Bear Grylls, terwijl hij een insect naar binnen werkt en een deel van de ingewanden als pus over zijn kin loopt. Bear Grylls presenteert al enkele seizoenen het programma 'Ultimate Survival' op Discovery Channel, waarin hij laat zien hoe je moet overleven in barre omstandigheden. Bijvoorbeeld door het eten van insecten dus.

Nederlandse agrofoodbedrijven willen nu echter ook de gewone Nederlander laten kennismaken met insecten eten. Ze zitten vol proteïnen, schijnen smakelijk te zijn en kunnen duurzamer geproduceerd worden dan vlees of vis. Nadeel is natuurlijk dat mensen insecten niet als aantrekkelijk hapje zien. Ze hebben rare sprieten en het kraakt als je erop kauwt. Bedrijven willen dat gaan aanpakken door de insecten te verpulveren en ze op te nemen in bijvoorbeeld een reep, een quiche of een kroket.

Een spannende ontwikkeling. En natuurlijk dolkomisch om je gasten stiekem een kevertaart voor te schotelen.

vrijdag 17 september 2010

Multitasken tot je er bij neer valt

Terugkeer van de beeldbuis-tv?
Ken je de innovatietheorie van Rogers? Hij beschrijft de levenscyclus van een innovatief product, die in eerste instantie door 'innovators' wordt omarmd, dan door 'early adopters', vervolgens de 'early majority', 'late majority' en tenslotte de categorie waar je echt niet bij wilt horen: de 'laggards'. Zij kopen een product pas als het eigenlijk alweer 'uit' is.

Het past natuurlijk eigenlijk niet bij een innovatieschrijver (als ik mezelf even zo mag betitelen) om tot de late majority te behoren, maar ik moet toegeven dat ik altijd ver achter de trend aanloop. Het voordeel: doordat er al veel ervaring met het product is opgedaan zijn vervelende 'bugs' er uit en bovendien zijn door massaproductie de kosten gedaald. Je krijgt dus waar voor je geld.

Door deze conservatieve instelling beschik ik pas sinds twee weken over een smartphone. De markt voor smartphones is nog steeds een groeimarkt, maar het duurt niet lang meer voordat deze markt verzadigd is en de enige concurrent van de smartphone de anti-trend is, namelijk een dumbphone zoals de oeroude Nokia 3310. Er blijven altijd mensen die daar zeer tevreden mee zullen zijn.